Het uiterste Noorden - Reisverslag uit Kumasi, Ghana van Annie & Marcel, Henk, Ton en Arthur - WaarBenJij.nu Het uiterste Noorden - Reisverslag uit Kumasi, Ghana van Annie & Marcel, Henk, Ton en Arthur - WaarBenJij.nu

Het uiterste Noorden

Door: Arthur, Henk en Marcel

Blijf op de hoogte en volg Annie & Marcel, Henk, Ton en Arthur

19 Maart 2017 | Ghana, Kumasi

Het noordelijkste punt
We zijn onderweg naar Wa, een grote stad waar we in het klooster van de Broeders van St Louis onderdak krijgen. We bezoeken de volgende dag twee scholen, een ziekenhuis en een kliniek voor bevallingen in Nandom, echt het uiterste Noorden. Het is de laatste stad voor de grens met Burkina Faso. Ook moeten we op bezoek bij de Chief van een dorp net even buiten de stad. De MOV- Stiphout wil kijken of ze een waterpomp kunnen realiseren.
In Ghana lopen geen treinen en er zijn geen waterwegen. Alles moet dus over de weg vervoerd worden. Je ziet enorme opleggers die naar Burkina Faso rijden en terug. Dat land heeft nl. geen zeehaven. Goederen voor lokaal gebruik vervoert men veelal in kleine motorbakfietsen. Dat zijn de moderne pakezels en net zo taai. Er kunnen met gemak dertien personen op geladen worden. Hetzelfde aantal of meer wordt soms ook in een Trotro bus gepropt met al de bagage die erbij hoort. Trotrobusjes zijn busjes die een vaste route rijden en wie mee wil reizen kan mee. Wanneer de achterdeuren niet meer dicht kunnen, worden ze met touwen vastgesjord en hangen de balen goederen er half uit. Moet er nog meer mee, dan heb je altijd het dak nog. Daar worden zelfs schapen opgebonden als binnen geen plaats meer is. Vrouwen zijn echter de grootste vervoerders, zij dragen de meeste spullen. Grote pakken, bakken vol met koopwaar of cans met water op het hoofd, soms wel twintig kilo. Vaak dragen ze nog een kind mee in een draagdoek op de rug. Mensen worden ook vervoerd in taxi’s of bussen. In het zuiden zijn die bussen nog redelijk nieuw maar in het noorden zijn ze versleten en aftands. Je hebt geluk als de bus het haalt, soms moet je bij panne onderweg wachten tot hij weer rijdt. Dat kan lang duren want een ANWB is er niet. De chauffeur moet het zelf maar zien op te lossen. Nu zijn die wel heel praktisch ingesteld en enorm inventief. Verbazingwekkend dat het stokoude wagenpark blijft rijden. De taxi’s zijn een wonderlijk soort vervoermiddel. De spatborden zijn volgens voorschrift geel gekleurd en dat is vaak de enige plek op de carrosserie die nog goed in de lak zit. Banken voor de passagiers zakken door tot, of bijna door de bodem en gordels, daar doen ze hier niet aan. De deuren sluiten wel, toch zou ik er niet tegenaan leunen. Van de instrumenten zijn de claxon en de radio vaak het enige dat werkt. APK-keuring is onbekend. In plaats van onderhoud, vertrouwen ze hier op God of Jezus, in het Noorden op Allah. Dat staat tenminste op heel veel taxi’s. Het verschil tussen een autokerkhof en een taxistandplaats is makkelijk te zien. Op een autokerkhof staan niet zoveel mensen. Het is er een krioelen van mannen die je een rit aanbieden. Er rijden tegenwoordig veel nieuwe karretjes, die lijken op de Italiaanse driewielertjes. Daar kan twee man in, maar als het moet vier. Motorfietsen worden ook voor vervoer gebruikt, maar daar kan maximaal drie man op mee, behalve als de moeder een kind op de rug draagt, dan zijn het er vier. We komen gelukkig veilig in Wa aan, dankzij de stuurmanskunst van Jonathan, onze chauffeur.

Ziekenhuis
Het ziekenhuis van Nandom is het regionale ziekenhuis van het uiterste Noordwesten van Ghana. Het telt 210 bedden, en is daarmee beduidend groter dan dat van Duayaw Nkwanta met 140. Waar het laatste slechts een missieziekenhuis is, geldt voor Nandom dat het deels ook een overheidsziekenhuis met extra financieringen. Het is een groot complex, waarbij aan de buitenkant het extra geld niet zichtbaar is.
We worden uitgebreid rondgeleid door de pastor van het ziekenhuis, die goed op de hoogte is. Hij is een goedlachse man met een aardig woord voor eenieder, populair bij patiënten en medewerkers. Ook hier het inmiddels bekende beeld van drukke wachtkamers en zalen, een bonte verzameling van mensen. De extra middelen zijn zeker niet af te zien aan de kwaliteit van de bedden, waarvan een aantal in onvoorstelbaar deplorabele staat verkeren! De bezoekers zitten grotendeels buiten onder een grote boom in de schaduw (ook zij hebben last van de temperatuur van 41 graden), waarbij een aantal kippen vrolijk rondrennen. Ook hier een gezellige sfeer zo te zien. Er is een apart gebouwd, mogelijk gemaakt door MOV Stiphout en Vastenactie Nederland, bedoeld als hostel en vooral gebruikt door patiënten van de oogkliniek. Een van de grote wensen van het ziekenhuis is uitbreiding van de open lucht keuken, waar families maaltijden bereiden voor de opgenomen patiënten en bezoekers.
De Maternity is een apart gebouw, met voor de ingang een aantal zwangeren op de grond zittend, en de was van de kliniek drogend aan de waslijn. Er is een grote centrale ruimte, ook voor de administratie, met veel medewerkers. De hoofdzuster is duidelijk de baas. Er vinden ruim 1500 bevallingen per jaar plaats, in een weliswaar grote ruimte, maar twee “verlosbedden” naast elkaar zonder afscheiding…. De inrichting is verder niet anders dan eerder gezien, primitief maar wel redelijk adequaat in de zin van steriliteit. Er is geen foetale bewaking anders dan uitwendig luisteren naar de hartslag, maar wel een (functionerend) echoapparaat voor de opgenomen patiënten. En: in het gebouw is een OK voor keizersneden, uitgevoerd door de algemene artsen (er is geen gynaecoloog). Bij de vraag naar de zuignap blijkt deze wel aanwezig, maar volgens de hoofdzuster is het risico op letsel bij de pasgeborene wel erg groot (alsof een keizersnede zonder risico is!). Uit het jaarverslag (ook hier al 2016!) blijkt overigens dat 7% per vacuüm bevalt, bij 28% door middel van keizersnede. Ook hier is ca 2% van de kinderen al overleden bij de geboorte: een groot aantal, maar dat heeft te maken met het feit dat veel vrouwen pas laat tijdens de bevalling worden verwezen. Het bezoek wordt afgesloten met enkele managers en de pastor met een lunch “under de mangotree”, waarbij vooral het koude biertje heerlijk smaakt!
Op mijn verzoek brengen we nog een bezoek aan een privé kliniekje (met de mooie naam Good Sheperd, Goede Herder, psalm 23 weet ik nu want dat zie je hier overal, en we hebben tenslotte een pastor in ons gezelschap!) waar bevallingen plaatsvinden door een gepensioneerde verloskundige, ca 100 per jaar. Over primitief gesproken, en vuil…. Maar wel een vacuüm en medicatie voor zwangerschapsstuipen (magnesiumsulfaat voor de insiders)! Verder kunnen vrouwen er terecht voor anticonceptie, en voor zorg na illegale abortus (waaraan nog duizenden vrouwen per jaar overlijden). Ze laat vol trots een boek zien waarin de bevallingen worden genoteerd, maar dat dateert van 2015….

Bezoek aan de Jubilee-school in Nandom
Na een uitgebreide rondleiding in het ziekenhuis van Nandom, was onze volgende bijeenkomst gepland in de Jubilee-school, gesteund door Stiphout. De ziekenhuispastor wees ons de weg.
Na een hartelijke ontvangst door het hoofd van de school, werden we rondgeleid door het nieuwe gebouw, waarvan de begane grond helemaal klaar was. Een keurig gebouw. In een L-vorm gebouwd; de begane grond is klaar en in de vijf lokalen krijgen de (nu nog) 85 kinderen les. Er is een goed geoutilleerde computerruimte, aangevuld met een slim bedachte noodstroomopvang (geschakelde accu’s, die onmiddellijk in werking treden als het nodig is). De eerste verdieping is qua inrichting nog niet helemaal klaar, maar het is de bedoeling dat dit stapsgewijs gaat gebeuren, zodat de leerlingen op dezelfde school kunnen doorstromen. De toiletgebouwen zien er keurig uit en staan een beetje van de school af, aan de achterzijde. Na de rondleiding was er nog een korte bijeenkomst op het kantoor van de directeur. Daar werd nog een korte samenvatting gegeven van wat we hadden gezien. Na het aanbieden van een doos ballpoints voor de leerlingen, gingen wij op pad naar de volgende school.

Bezoek aan de Senior High-school.
Opnieuw leidde de ziekenhuispastor ons naar deze school. Wat schetste onze verbazing: het was bijzonder druk op de school, want er was een sportdag in competitieverband met andere scholen. Sprintwedstrijden, diverse spelen, persoonlijk of in groepsverband en dat alles bij een temperatuur van 43 graden, als er bij ons een sneeuwvlok dreigt te vallen, rijden er al minder treinen.
De directeur van de school, een pittige vrouw, die wist waar zij over sprak, wist vragen goed te beantwoorden en leek een goed contact met de studenten en de leerkrachten te hebben. De studenten, 1034 in getal, waren er van maandag tot vrijdag. Slechts één toiletgebouw was duidelijk onvoldoende; het tweede, nieuwe, toiletgebouw zag erop zich goed, maar was nu overbezet door het grote aantal leerlingen. Stiphout kan trots zijn op dit resultaat. Na de rondleiding werd ons een drankje aangeboden in het plaatselijk “café”, waar nog gezellig werd nagepraat en ervaringen uitgewisseld. Hierna werd de terugreis aangevangen.

Bezoek aan Dauri.
Vrijdag het project in Dauri bezocht. De kinderen verwelkomden ons met een welkomstlied, zeer aandoenlijk. De leidinggevende heette ons hartelijk welkom. We keken samen naar de uitbreiding van het speelterrein voor de kinderen; zeer noodzakelijk om de kinderen veilig te laten spelen.

Daarna door naar Bu, een dorpje met zo’n 100 bewoners, ongeveer 6 kilometer van de grens met Burkino Faso. Het bezoek aan de Chief was een buitengewone ervaring. Onder de schaduw van een mangoboom zat de vergadering van de dorpsoudsten en de Chief klaar om ons te ontvangen. Er werden banken aangevoerd om plaats te nemen. We werden welkom geheten en kregen volgens de regels van gastvrijheid water aangeboden. Dat moest eerst ergens vandaan gehaald worden want het duurde even voor een jongen op een fiets de waterzakjes kwam brengen. We stelden ons voor aan de raad en aan de Chief en vertelden wie we waren en wat we in Ghana deden. Op hun beurt stelden de anderen zich voor. Allemaal heel formeel en al met al een kleurrijk schouwspel, te meer omdat de rest van de dorpelingen op een afstand toe keek. Het dorp is erg arm, zelfs voor Ghanese begrippen. Geld om zelf een bron aan te boren is er niet. De vrouwen zijn aangewezen op een wel (put) die in de zomer opdroogt en zij moeten daarom ver lopen om goed water te krijgen. Ze doen daarom een beroep op de MOV, om hen te helpen. Ton belooft het project aan te bevelen en denkt dat het zeker in orde zal komen. We bekijken de plek waar waarschijnlijk geboord gaat worden. Na uitgebreide dankbetuigingen krijgt Ton een haan overhandigd om mee te nemen. Ze begrijpen dat we geen tijd hebben om te blijven eten, dus geven ze de haan mee om later op te eten. Dat deden we dan ook
`s avonds in het klooster bij, natuurlijk, een flinke portie rijst.




Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Annie & Marcel, Henk, Ton en Arthur

Met Stichting Sun in Ghana lopende projecten beoordelen en nieuwe doelen uitzoeken.

Actief sinds 03 Maart 2017
Verslag gelezen: 346
Totaal aantal bezoekers 93806

Voorgaande reizen:

06 Maart 2017 - 23 Maart 2017

Rondreis door Ghana

Landen bezocht: